IJs in gasvorm?
Een ijsje kan smelten maar bestaat er ook ijs in gasvorm?
Stoffen kunnen verschillende ‘fasen’ aannemen, vloeibaar, vast of gas. Wat zijn die fasen precies en hoe gaan stoffen over van de ene naar de andere fase. Hoe noemen we die overgangen. Wat heeft temperatuur met die fasen te maken? En wat heeft dit allemaal te maken met de kleinste deeltjes van stoffen: atomen en moleculen? Zijn de molecule van een stof op een andere manier georganiseerd in een vaste stof, dan in een vloeistof of een gas? Wat bedoelen we met het deeltjesmodel van vaste stoffen en dat van vloeistoffen en gassen?
Wat zijn die fasen precies en hoe gaan de stoffen over van de ene naar de andere fase?
Water komt voor in 3 verschillende fasen. De eerste, vloeibaar, is de meest bekende en meest voorkomende op onze aarde. Het komt voor als kraanwater, maar ook als water in rivieren, meren en zeeën. De vloeibare fase van water ligt tussen de 0°C en de 100°C. Op de 100°C heeft water zijn kookpunt liggen. Vanaf dat punt bestaat een andere fase van
1.vloeibaar 2. vast 3. gas
water. Deze fase heet stoom (ofwel gas). Als stoom een temperatuur onder de 100 °C heeft, condenseert het. De stoom verandert dan weer in vloeibaar water. Het vloeibare water word een vaste stof bij een temperatuur onder de 0°C. Deze derde fase van water wordt ijs genoemd. Als vloeibaar water ijs wordt, heet dit bevriezen. Als ijs vloeibaar wordt, heet dit smelten. De vloeibare fase van water is te zien.
Zijn de moleculen van een stof op een andere manier georganiseerd in een vaste stof, dan in een vloeistof of een gas?
Ja, de moleculen zijn in vaste vorm allemaal gelijk, ze zitten op dezelfde afstand van elkaar. De moleculen in vloeibare vorm hebben de grootste dichtheid met moleculen. En in gasvorm zijn de minste moleculen, ze hebben een kleinere dichtheid dan vloeibare vorm en vaste vorm. Ze stijgen op, want ze zijn warm en licht.
Wat bedoelen we met het deeltjesmodel van vaste stoffen en dat van vloeistoffen en gassen?
Deelmodellen zijn uitvergrote modellen van hoe de moleculen eruit zien. Natuurlijk zijn de deeltjesmodellen anders want gasvorm ziet er anders uit dan een molecuul van een vaste vorm. Een gasvorm heeft meer O? dan bijvoorbeeld vaste vorm, die heeft meer H?
vaste stof vloeibare stof gasvormige stof
Deelmodellen zijn uitvergrote modellen van hoe de moleculen eruit zien. Natuurlijk zijn de deeltjesmodellen anders, want gasvorm ziet er anders uit dan een molecuul van een vaste vorm. Een gasvorm heeft meer O (=zuurstofatoom) dan bijvoorbeeld een vaste vorm, die heeft meer H (=waterstof).